2. internaat Kruisheren

thema III
Kapelstraat 2-4

In 1921 begon men met de bouw van een nieuw internaat voor het College van het H. Kruis. Dit voormalig jongensinternaat aan ligt aan de Kapelstraat en de Walterus Pijnenborghhof.
Je kunt hier een van de imposantste gevels in Uden in zien. De architect van dit internaat voor jongens heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt. Er zijn veel verschillende vormen van metselwerk toegepast, een uitdaging voor een vakkundig metselaar. Daardoor is er veel reliëf in de gevel ontstaan. Boven het entree gedeelte is decoratie aangebracht in het metselwerk en met een natuurstenen reliëf. Deze details hebben zowel een bouwkundige als een symbolische functie.

De stijl van de gevel sluit aan bij de ideeën van de Amsterdamse school. Dit dwarsgerichte voorgebouw is in 1924 als uitbreiding toegevoegd. Het voorgebouw is drie traveeën diep, daarachter ligt een deel van vier traveeën, hierop sluit een uit 1921 daterend onderkelderd gebouw van elf traveeën aan, afgesloten door een trappenhuis.

Het werd ontworpen door Caspar Franssen in een sobere baksteenstijl met motieven van de Amsterdamse school. Kenmerkend is het decoratief gebruik van baksteen en versieringen in de gevels, in baksteen of gebeeldhouwd natuursteen. De Amsterdamse school vulde de vaak plastische gevels met laddervensters (venstertype met een onderverdeling van roeden die doet denken aan de sporten van een ladder). Het voorgebouw heeft een schilddak met tuile du nord-pannen. De voorgevel is symmetrisch en heeft een middenrisaliet met bekroning in natuursteen, geflankeerd door symbolisch gedecoreerde, blinde zijvelden. In de driedelige risaliet staan de glas-in-loodramen van het trappenhuis centraal, geflankeerd door twee terugliggende ingangen met paraboolboog, paneeldeuren en glas-in-lood bovenlicht.

De architect Franssen heeft geprobeerd om het internaat ‘functioneel’ te versieren. Als je goed kijkt zie je dat hij zich bij het ontwerpen heeft laten leiden door de functie van het gebouw: een internaat voor het College van het Heilig Kruis. Begonnen als priestercollege, heeft de Orde der Kruisheren zo'n 250 jaar het middelbaar onderwijs in Uden vorm gegeven. Officieel heet deze kloosterorde: de Orde van het Heilig Kruis. Het Collegium s.s. Crucis, zoals de Latijnse naam luidde, was ooit het grootste vrije seminarie in Nederland. Leerlingen uit heel Nederland hadden hier een chambrette en studeerden er in de studiezaal.
De bakstenen pilastergevel loopt over twee etages, waarboven een lagere mezzaninoverdieping. Tussen de pilasters zijn drie- en zesdelige samengestelde ramen met roedeverdeling. De indeling van het trappenhuis wijkt hiervan af.  
Bovenin wordt het centrale gedeelte van de façade bekroond door drie horizontale banden die ook de hoeken accentueren, een brede lijstgoot op klossen. In de architectuur van de Amsterdamse school zijn dergelijke art deco elementen vaak als accent toegepast. In de periode tussen beide wereldoorlogen was de art deco een reactie op de decoratieve, organische stijl van de jugendstil en art nouveau. De Amsterdamse school wilde echter meer dan strakke rationaliteit. Geïnspireerd door de art deco, zochten zij met plastische bouwvolumes, decoratieve baksteenverbanden, ornamenteel beeldhouwwerk, accenten bij deuren, vensters, portieken en hoeken naar een speelse en levendige architectuur.

Het achtergebouw van dit voormalige internaat is eenvoudiger vormgegeven.
Inmiddels heeft het gebouw een andere bestemming gekregen. Er zijn appartementen gebouwd, waarbij in het trappenhuis aan de achterzijde balkons zijn aangebracht.