2. Petruskerk


thema IV

de Petruskerk

In 1887 werd in Uden aan de Kerkstraat 24 de huidige Sint Petruskerk gebouwd. Het ontwerp werd gemaakt door de architect Carl Weber (1820-1908). In de opleiding van architecten werd in de 19de eeuw veel nadruk gelegd op de traditie van bouwkunst, en de toepassing van deze traditie in eigentijdse architectuur. Zoals toen vrij gebruikelijk was, koos Weber dan ook voor een neostijl. In de Petruskerk paste Weber echter een combinatie van een neoromaanse en neogotische stijl toe. Deze middeleeuwse bouwstijlen vond men een passende stijl voor een kerk. Het verwees naar de tijd waarin het geloof centraal stond in de samenleving. Drie jaar later kon de Petruskerk worden ingezegend. In dat jaar werden ook de torens afgebouwd en konden de nieuwe klokken worden opgehangen.

Met het gebruik van nieuwe bouwmaterialen zoals staal en beton ontstond eind negentiende eeuw de mogelijkheid grotere overspanningen te maken. Het schip werd verbreed. Door het verbreden van het schip kregen de gelovigen een beter zicht op het altaar. Dit streven naar ‘volkskerken’ resulteerde uiteindelijk in een ander grondplan, waarbij sommige kruiskerken een brede vieringkoepel kregen. Ook van de gotische traditie werd soms afgeweken doordat Romaanse kenmerken, zoals de rondboog en lisenen, werden gebruikt.

plattegrond
De opzet van de Petruskerk is een driebeukige kruisbasiliek. Aan weerszijden van het middenschip liggen twee zijbeuken. Een hoge koepeltoren staat boven een achthoekige viering. De koepel boven deze kruising maakt van de Petruskerk een kruiskoepelkerk.

Tegen het koor en het dwarsschip zijn straalkapellen gebouwd. De apsis van het koor heeft een kooromgang. Het interieur is voornamelijk in rode baksteen uitgevoerd en heeft een afwisselend stelsel van pijlers en zuilen, zesdelige gewelven boven het middenschip en het transept en een stergewelf boven het koor.
alternerend pijlers en zuilen in het interieur
interieur
De pijlers en zuilen binnen in de kerk hebben een dragende functie. De kapitelen boven de zuilen zijn bewerkt. Rondbogen vormen een ritmisch patroon langs het middenschip, een gemetselde fries van blinde arcadeboogjes versterkt dit effect. Net als in de Romaanse bouwkunst worden lisenen gebruikt om het massieve muurvlak te doorbreken.

Bovenin iedere travee bevinden zich ramen. De opeenvolging van de traveeën is bepalend voor het ritme van het interieur. Het leidt de bezoeker naar de viering onder de grote koepel.

Op deze afbeelding van de maquette is aan de zijgevel de constructie met luchtbogen en steunberen te zien. De druk van het dak wordt grotendeels via de luchtbogen en steunberen afgevoerd naar de fundamenten. Doordat hiermee de dragende functie van de muren verminderd is, werd het mogelijk om grotere raampartijen in de zijgevel aan te brengen. Met deze constructiemethode wordt de massa van de overspanning d.m.v. ribben, zuilen en luchtbogen  gedragen.


Het gewelf aan de binnenzijde van de koepel is gedecoreerd met motieven die de stervorm van de koepel accentueren. In de lantaarn zijn ramen aangebracht, een klein roosvenster boven drie spitsboogramen wordt in de acht muurvlakken herhaald. Aan de buitenzijde worden de muurvlakken doorbroken met gemetselde lisenen, een rand van arcadeboogjes en blinde ramen. 
De verschillende bouwvolumes vormen aan de koorzijde van de kerk een complex geheel. Aan de uitbouw van de zijbeuken, het dwarsschip en de verschillende straalkapellen zijn nog torentjes toegevoegd. In combinatie met de steunberen en gemetselde lisenen onstaat het beeld van een complex, massief gebouw dat verticale en horizontale elementen bijeen houdt.

Façade Petruskerk

De voorgevel is zuiver symmetrisch. Er staan twee slanke, achthoekige torens op een vierkante onderbouw. De spitse torens en de koepel bepalen het silhouet van Uden. De vlakverdeling van de façade is streng en verstandelijk. Dat sloot aan bij de ideeën van het neoclassicisme. In deze periode van de negentiende eeuw werd graag teruggegrepen op het verleden, dat begon al in de achttiende eeuw nadat Pompei was opgegraven. Kunstenaars en bouwmeesters bestudeerden deze Romeinse stad die de klassieke wereld weer dichterbij bracht. In de jaren die volgden (1850–1910) kwamen meer voorbije periodes uit de geschiedenis opnieuw in de belangstelling. Architecten brachten hun kennis van de geschiedenis in. Zij vonden dat een gebouw karakter moest hebben. Voorbeelden van deze neostijlen zijn neoromaans, neogotiek, neorenaissance en neobarok.

Architecten gebruikten voor kerken bij voorkeur een of neoromaanse of neogotische stijl. Weber combineerde deze twee stijlen, wat eclecticisme wordt genoemd. Dit begrip is afgeleid van het Griekse woord ‘eklegein’, dat uitkiezen betekent. De stijlkeuze werd beredeneerd vanuit de functie van het gebouw. Voor kerkbouw werden romaanse en/of gotische vormen gekozen, voor overheidsgebouwen klassieke, voor gebouwen met commerciële functies vormen van (buitenlandse) barokke voorbeelden. Bij eclecticische ontwerpen werden elementen uit meerdere, verschillende stijlen werden toegepast.
De architect heeft de strenge indeling van de gevel verzacht door verschillende materialen en vormen toe te passen.
Onderdelen kruiskoepelkerk: apsis · crypte · doksaal · kerktoren · kloostergang · kooromgang · koorsluiting · kruising · narthex · oksaal · priesterkoor · transept · schip · spits · straalkapel · vieringtoren · westwerk · zijbeuken · zijkapel

Bouwkundige onderdelen: arcade · beuk · boog · kapiteel · koepel · kraagsteen · kruispijler · lichtbeuk · luchtboog · steunbeer · travee · triforium · zadeldak · zuil

Gewelfvormen: koepelgewelf · kruisgewelf · kruisribgewelf · netgewelf · spitstongewelf · stergewelf · straalgewelf · tongewelf · waaiergewelf

Onderdelen gewelf: diagonaalrib · gewelfschotel · gordelboog · lierne · muraalboog · sluitsteen ·

Decoratieve onderdelen: archivolt · communiebank · dakruiter · frontaal · gebrandschilderd glas · glas in lood · hogel · koorhek · kruisbloem · lantaarn · maaswerk · pinakel · roosvenster · timpaan · zwik

Naast de Petruskerk staat een in 1930 door Wim Harzing vervaardigde beeldengroep, de Heilig Hart groep.