11. omgeving Markt

Uden in 1935
thema II
Het dorp Uden is in de 12de eeuw ontstaan bij het versterkte huis van de heeren van Uden, de Vorstenburg. Het werd de kern van een reeks verspreid liggende gehuchten en na 1300 groeide de regionale marktfunctie van het dorp. In de Marktstraat werden op week- en jaarmarkten huishoudelijke artikelen en etenswaren verhandeld. De veehandel vond plaats op het driehoekige (onverharde) Marktplein. Rond 1300 werd de eerste parochiekerk (gewijd aan Sint-Petrus Stoel van Antiochië) ingewijd, pas 450 jaar later (in 1752) werd het eerste Raadhuis gebouwd.
Tot 1938 stond het Udense raadhuis op de splitsing Kerkstraat - Sint Janstraat - Marktstraat. Toen dit gemeentehuis te klein werd en uitbreiding of nieuwbouw op dat punt niet mogelijk was, werd gezocht naar een nieuwe plaats. Men kwam daarbij op het idee om het driehoekige marktplein wat te verkleinen en hierop een nieuw raadhuis te bouwen. In 1938 kwam dit Raadhuis gereed.
Tegenover een grote, oude lindeboom kreeg het Raadhuis in 1938 een monumentale plaatsing op het marktveld. Hierdoor werd het grote plein opgedeeld in een groot en een kleiner plein. Ook de traditionalistische architectuur van het raadhuis gaf het representatieve karakter en waardigheid van het gemeentebestuur weer. De baksteenbouw was echter behoudend, gebaseerd op de nationale bouwtraditie van sobere baksteengevels met een vlakke opzet. Deze stijl staat ook bekend als de Delftse school. De functie van een gebouw moest volgens de principes van deze stroming tot uitdrukking komen in de vorm. Dit hield in dat woningen meestal eenvoudig van vorm waren, terwijl publieke gebouwen als stadhuizen een monumentaler en indrukwekkender karakter kregen. Maar de eenvoud van de vorm stond centraal, er werd nauwelijks gebruik gemaakt van decoraties. 

Het Raadhuis heeft in vergelijking met de gedecoreerde neostijlen die vaak werd gekozen voor publieke gebouwen, een sobere bouwstijl. De stijl is gebaseerd op traditionele plattelandsbouw met gesloten bakstenen muren en hoge daken. Het dragende karakter van muren, bogen en pijlers werd benadrukt, vaak met gebruik van schoon metselwerk en contrasterende (natuurstenen) blokken en banden.

Het Raadhuis werd ontworpen door Cornelis Roffelsen. Het is een L-vormig gebouw met zadeldaken, opgetrokken in groot formaat baksteen in staand verband. Het hoofdgebouw heeft drie verdiepingen, met haaks daarop een deel met twee lagen. De muren hebben smeedijzeren sierankers, de topgevels vlechtingen in baksteen en natuurstenen afdekkingen. De ramen bestaan uit houten kloosterkozijnen met negen- en zesruits stalen ramen, waarboven dorpels zijn gemetseld met aanzetstenen. Het hoofdgebouw heeft aan de voorzijde een asymmetrisch geplaatst middendeel met bordes. Dit heeft op de begane grond een rondboogdeur, een ijzeren hek en op de etage een rondboogingang met betonnen aanzet- en sluitstenen. Hierboven werd de tekst 'Raadhuis' aangebracht. Op de tweede etage zijn hierboven vier smalle rondboogramen met wapens in glas-in-lood aangebracht onder tuitgeveltjes met pirons. Door deze ramen valt het licht de raadzaal binnen.

Links van het middendeel bevinden zich groepen van twee ramen recht boven elkaar. Rechts geeft een erker toegang tot de tweelaags aanbouw door de getoogde ingang op de begane grond. De ramen zijn onregelmatig verdeeld, hoofdzakelijk tweedelig. In de aanbouw zijn wapenstenen met het gemeente-, rijks- en provinciewapen aangebracht. De zij- en achtergevels hebben groepen van twee ramen. Aan de achterzijde is nog een rechthoekige traptoren met een hoog zadeldak en glas-in-loodramen.

Het souterrain heeft trappen met een ijzeren buisleuning en een gesloten balustrade in gebouchardeerd beton met een houten leuning. De glas-in-loodramen in het trappenhuis tonen afbeeldingen van landbouwproducten uit Uden en de symbolen van geloof, hoop en liefde. Deze zijn gemaakt door Arnold Stroucken uit Rotterdam. Daarnaast zijn er ramen met Petrus, Antonius Abt en Odilia; de beschermheiligen van de kerkdorpen. De raadszaal op de tweede etage heeft een betimmering met lage lambrisering, paneeldeuren en een houten cassetteplafond. De zaal wordt door een dubbele rondboog op zuiltje gescheiden van de publieke tribune. In de glas-in-loodramen zijn drie symbolische voorstellingen en de wapens van de in Uden gevestigde kerkelijke instellingen aangebracht.
Na jaren werd het raadhuis weer te klein. Aanvankelijk werden dependances in Uden gehuurd om zo de ruimtenood op te vangen, maar uiteindelijk werd in 1980 het huidige gemeentehuis -nog zonder de latere uitbreiding van publiekshal en raadzaal- geopend. Met uitzondering van de trouwzaal wordt het oude raadhuis niet meer door de gemeente gebruikt.

Na de oorlog werd het Marktplein verhard met de stenen van de startbanen van het (Duitse) vliegveld Volkel. Omdat de veehandel sterk was teruggelopen, werd de markt van huishoudelijke materialen en etenswaren ook naar het marktplein overgebracht. In de loop der jaren werden diverse gebouwen rond de markt gebouwd, zoals de vroegere busremise van de ATO en BBA en Theater Markant.

architectuur rond de Markt

In het centrum van Uden lagen van oudsher veel cafés op de Markt. Eén hiervan is café 't Stulpke, dit pand werd waarschijnlijk rond 1794 gebouwd.
De straatwanden van de markt hebben schaalsprongen gemaakt, die vanaf 1900 ongeveer elke 50 jaar plaatsvonden.

gemeentehuis

Het gemeentekantoor is in de 70er jaren gebouwd als een rationeel kantoorgebouw zonder representatieve ruimten. Het bestaat uit twee vleugels die verbonden zijn met een tussenlid.

De representatieve functies zijn opgenomen in de in 2000 aangebouwde uitbreiding. Het publieksplein in het gebouw van twee bouwlagen hoog heeft een geheel open karakter. Het witte volume waarin de kantoren en bestuursruimten in een kamerstructuur zijn opgenomen wordt gedragen door kolommen.